Confrontaties
Dominique Belpaire – Silvia Defrance – Eva Dinnewith
Dominique Belpaire
In mijn werk is de materie en de vergankelijkheid ervan belangrijk. Ik zie materie als iets dat steeds in evolutie is, iets dat steeds in verandering is. Een materie bestaat niet op zich. Ik onderzoek hoe materies op elkaar inwerken en hoe ze daardoor hun betekenis krijgen of wijzigen. De materie en inhoud van het werk zijn altijd verbonden met elkaar. Persoonlijke zaken en actuele onderwerpen vormen het thema. Natuur en milieu komen regelmatig als onderwerp terug. Mijn werken zijn heel divers en onderzoekend. Graag neem ik dan ook de toeschouwer mee op dit pad.
Silvia Defrance
Silvia Defrance studeerde animatiefilm aan The School of Arts te Gent. Ze heeft gewerkt als regisseur, animator en producent van onafhankelijke korte films waarvan de meeste steun ontvingen van het Vlaamse Audiovisueel Fonds (VAF). Ze kreeg meerdere internationale onderscheidingen voor haar film Candy Darling. Naast het maken van korte experimentele films, doceerde Defrance video- en animatiefilm in het kunstonderwijs in België. Ze werkte op onderzoeksprojecten en studeerde af met een doctoraat in de audiovisuele kunsten aan Kask/School of Arts/UGent in Gent, België in 2012. Reeds enkele jaren geeft ze nu les in de module digitale beeldende vorming in het DKO te Brugge. Haar laatste auteursfilm Her Voice vertolkt door de danseres Lisbeth Gruwez, werd al meermaals geselecteerd binnen het internationaal filmfestival circuit.
Voor de film Her Voice vertrok ik van neergeschreven autobiografische reflecties. Dit brengt een aantal aspecten met zich mee op het vlak van de filmstructuur waaronder, het fragmentarische en het momentane. Beide zijn deel van deze experimentele film. Het autobiografische wordt geëxtrapoleerd naar de drie historische vrouwen waarop ik mij baseerde voor dit concept. Zo wordt de film een versmelting van persoonlijke impulsen die ononderscheidbaar verweven raken met het verhaal van drie historische vrouwen Lola Montès, Betty Boop en Hildegard von Bingen, wat uiteindelijk resulteert in een subjectieve evocering van een nieuwe stem. Deze innerlijke stem geeft het proces weer van een geabstraheerde vrouw aan de hand van een voice-over. Ze zet een fragmentarisch relaas neer, waar het fictieve en het reële door elkaar lopen. Zodoende worden er eerder momenten opgeroepen die uiting geven aan erupties van een vrouwelijke identiteit dan dat er een logisch verhaal verteld wordt die naar een ontknoping leidt. Deze film bevat zowel scènes van een geabstraheerde vrouw als clichés die behoren tot een overgeleverde vrouwelijke iconografie uit onze beeldcultuur, waaronder Betty Boop, Lola Montès en Hildegard von Bingen. Die vierde vrouw wordt hoofdzakelijk in beeld gebracht aan de hand van een vrouwelijk lichaam dat lichaamsbeelden visualiseert. Deze lichaamsbeelden
vormen een afspiegeling van wat er zich innerlijk afspeelt, ze worden vertolkt door de actrice danseres Lisbeth Gruwez. Via de weg van de lichaamstaal reveleert het vrouwelijk lichaam haar verloren gewaande identiteit die moeizaam teruggevonden wordt. Met deze film beoog ik een evenwicht te vinden tussen beweging versus stilstand, beelden versus stemmen, stiltes versus beelden van leegte, verbeeld door zwart afgewisseld met cliché’s uit onze beeldcultuur. De voice-over tekst, die de beelden vergezelt, kent een confessioneel karakter en heeft iets weg van een poëtische evocatie. Al deze elementen zorgen ervoor dat het beeld een suggestieve kwaliteit kent die een intieme spanning tot stand moet brengen bij het publiek.
Eva Dinnewith
Ik wil kijken naar de wereld, haar ervaren via mijn zintuigen. Ik wil haar objecten onderzoeken, zetten, keren en omkeren, tot de objecten een tekening vormen in de ruimte die een weerslag is van mijn blik. Via objecten denk ik na. In kleur, vorm, volume. Zo creëer ik een volledig universum, een eigen poëtische wereld die is opgebouwd uit louter details en die reageert op de ruimte waarin die zich bevindt. In die ruimte ontstaat mijn microkosmos van banaliteit, opgebouwd uit alledaags massa-geproduceerd materiaal waarin ik schoonheid zie, Materiaal dat ik wil (her)waarderen in een visueel spel dat de grenzen van de materie aftast. Alles in de installatie is in balans. De toeschouwer moet voorzichtig door de ruimte van het werk navigeren, met de blik maar ook fysiek, met een zekere schroom, een zeker hyperbewustzijn waarbij je blik telkens blijf haperen en je bang bent iets omver te lopen. Als je de installatie de rug toekeert fluisteren de geplaatste objecten met elkaar, ze bestaan in een eindeloze associatieve veelheid van combinaties, gaan relaties met elkaar en met de toeschouwer aan. Zo componeer ik vanuit een drang om iets te bouwen, terwijl ik de objecten vooral zichzelf wil laten onthullen in relatie tot elkaar, op zoek ook naar de relaties die ons kijken gaan sturen. Iets groot lijkt soms groter als er iets kleins naast staat, twee objecten kunnen oorzaak en gevolg suggereren, kunnen een reeks vormen, kunnen een soort verhaal vormen met begin, midden en einde. Het werk is een proces waarin ik opensta voor alles wat ontstaat, waarbij ik houd wat spreekt, wat staat, wat aanwezigheid heeft binnen de sfeer van mijn fluïde en fragiele universum.
Praktisch:
Bogardenkapel
03/02 – 18/02/18
vrij: 16 – 20 u.
za-zo: 10 – 13 u. en 14 – 17 u.
Katelijnestraat 86, Brugge